De Provinciale Statenverkiezingen staan voor de deur. Of, nauwkeuriger gezegd: de toekomst van jouw regio. De landelijke politiek houdt zich hier ontzettend mee bezig. Niet raar, want de grote nationale problemen moeten deels in de provincies worden opgelost. Denk dan aan zaken als klimaat, wonen en immigratie.
Door Siebe van Eijk
De hoge piefen in Den Haag vinden het om nog een reden belangrijk. De gekozen Statenleden kiezen op hun beurt weer de leden van de Eerste Kamer. Genoeg reden om te stemmen dus, maar wat betekenen deze stellingen in die stemwijzer nou allemaal?
*LET OP! De standpunten van de partijen zijn NIET in elke provincie hetzelfde. Het kan dus zijn dat een partij in Limburg een ander standpunt heeft dan in Friesland. De meningen van de partijen zijn in dit artikel globaal genomen, kijk tijdens het stemmen dus goed naar wat voor jouw provincie relevant is!
‘’Bij belangrijke beslissingen moet de provincie de inwoners naar hun mening vragen via een referendum.’’
Een referendum is een volksstemming over politieke kwesties. Korter gezegd, jij krijgt meer invloed op wat er wel of niet besloten wordt. Er zijn verschillende soorten referenda, met elk zijn voor- en nadelen. Vooral belangrijk in deze verschillende referenda is dat sommige adviserend zijn (niet-bindend) en sommige meteen iets veranderen (bindend). Burgers laten meebepalen over de politiek is voor veel partijen belangrijk en erg democratisch. Andere partijen vinden het geen goed idee, zij wijzen erop dat tijdens verkiezingen de vertegenwoordigers van jouw mening al worden gekozen.
Wat vinden de partijen?
Invloed van de burgers staat voor partijen als FVD en de PVV centraal. Maar ook linkse partijen als de SP en PvdD vinden dit belangrijk, zij zijn vooral meer van het ‘adviesreferendum’. Terwijl de FVD en PVV meer achter krachtige referenda staan. Partijen zoals de VVD, D66 en VOLT zijn het met de stelling oneens. VOLT en D66 zijn eerder voor burgerraden.
‘’In de provincie moet van alle nieuwbouw meer dan de helft sociale huurwoning zijn.’’
Door de woningcrisis is het in Nederland erg lastig om ergens te kunnen wonen. Sociale huurbouw is een redelijk goedkope en goede manier van wonen. Door inzetting van sociale huurwoningen kunnen lage- en middeninkomens beter aan een woning komen. Denk hier dan bijvoorbeeld aan extra woningen voor studenten. Partijen zijn hier heel verdeeld over. De meeste zijn niet tegen sociale huurwoningen, maar zijn het vooral oneens over hoeveel er bijgebouwd zouden moeten worden.
Wat vinden de partijen?
In Noord-Brabant zijn de linkse partijen het eens met deze stelling. Zij vinden dat wonen voor iedereen betaalbaar en goed moet zijn. In Noord- en Zuid-Holland ligt het percentage op veertig procent. Met dat percentage zijn meer partijen het eens. Er moet bijvoorbeeld bij partijen zoals de PVV een goede mix zijn. VOLT vindt bijvoorbeeld dat er per gebied gekeken moet worden of er meer sociale huurwoningen nodig zijn. De VVD en FVD zijn het oneens, zij willen zichzelf niet vastbinden aan een percentage, maar de gemeente of de markt het laten bepalen.
‘’De provincie moet toestaan dat er huizen worden gebouwd buiten de bebouwde kom van dorpen en steden.’’
Bij de meeste partijen ligt op bouwen binnen de steden de prioriteit, alleen zijn bepaalde steden te vol en moeten er dus naar andere oplossingen gekeken worden. Buiten de bebouwde kom bouwen betekent dat er om dorpen en steden heen gebouwd wordt. Dit kan gunstig zijn, vooral omdat gemeentes daardoor steeds meer woningen kunnen aanbieden. Het nadeel hieraan is dat het ten koste gaat van de natuur.
Wat vinden de partijen?
De boerenpartijen en de rechtse partijen zoals de BBB, VOLT, VVD, FVD en CDA zijn het hiermee eens, vanwege de woningcrisis vinden zij dat dit een goede oplossing is voor de woningcrisis. Partijen zoals D66 en GroenLinks zijn het er mee oneens. Vanwege de verdwijning van natuur en dieren. De oplossing volgens D66 is bijvoorbeeld: ‘ga opzoek naar sloopwoningen en leegstaande bedrijfspanden en maak daar nieuwe huisvestiging van’.
‘’De provincies moeten uiterlijk in 2040 klimaatneutraal zijn.’’
Hiermee wordt bedoeld dat de provincie vanaf dit jaartal volledig van fossiele brandstoffen af is. Dat betekent geen benzineauto’s meer en dat alles op groene elektriciteit aangesloten moet zijn. Dit is natuurlijk gunstig voor het tegengaan van klimaatverandering, maar het is ook een langdurig en prijzig traject. Het moet snel gebeuren, maar ook goed.
Wat vinden de partijen?
Bijna alle partijen hebben dezelfde mening in andere provincies. Zo zijn de linkse partijen, zoals GroenLinks, SP en de PvdD dat deze doelstelling zo snel mogelijk gehaald moet worden. Het liefst eerder nog. Partijen als de VVD en PvdA verschillen merkwaardig genoeg per provincie wat ze vinden. FVD en de PVV zijn het er sowieso niet mee eens, volgens hen bestaat klimaatverandering namelijk niet.