Je ontkomt er niet aan zo kort voor de verkiezingen: talloze partijen die je op het station of onderweg naar school een flyer aanbieden met daarop een verkooppraatje. Maar wat is de strategie van het flyeren? En heeft het nog nut met de nieuwe generatie die liever op hun telefoon kijkt?
Het is weer tijd om te gaan stemmen. Dit keer voor de Provinciale Staten en Waterschappen. Op woensdag 15 maart is het zover. Om de laatste kiezers nog te overtuigen zijn partijen massaal op pad, natuurlijk met flyers in de hand. Soms kreeg je er wél eentje, de andere keer weer niet. Hebben partijen dan speciale instructies voor hun flyeraars wie ze eruit moeten pikken? “Daar zit niks achter”, zegt Gebert Lucassen, campagneleider van GroenLinks Noord-Brabant, stellig. “Het is individueel. De instructie is om zoveel mogelijk mensen aan te spreken en ‘gaat u stemmen’ adviseren we als openingsvraag. Daarna bieden we de flyer duidelijk aan. Mensen opsporen op uiterlijk doen we niet.”
Politicoloog Christa van de Langenberg bevestigt dat. “Het kan natuurlijk wel dat een partij als GroenLinks zich op een specifieke doelgroep richt en je daar dan bijvoorbeeld buiten valt”, legt ze uit. “GroenLinks zal zich vooral richten op de jongere generatie, die klimaat hoog in het vaandel heeft staan.”
Specifieke locatie
Waar wel degelijk over wordt nagedacht, is de locatie voor het flyeren. “We flyeren bij stations, dinsdag de hele dag in Oss en tijdens de spits bij alle grote stations”, vertelt Lucassen. “Zeker wat GroenLinks betreft zijn er aardig wat OV-stemmers.” Van de Langenberg zegt dat je dat vaker ziet. “Op lokaal niveau, bij partijen gericht op jongeren, gaan ze rondom scholen staan. De jongere kandidaten zie je vooral proberen te flyeren rondom de universiteiten in Brabant.”
Nut
Of dat flyeren nut heeft, is onduidelijk. Van de Langenberg: “Er zijn geen meetbare resultaten behaald naar aanleiding van flyeren alleen. Het is vooral een manier om je merk nogmaals onder de aandacht te brengen en te laten zien waar je voor staat. In dit geval is het gesprek persoonlijk aangaan een effectief middel.” Volgens haar zijn het nooit flyers alleen die kiezers moeten overtuigen. “Er zijn debatten, programma’s en kieswijzers. Die laatste wordt steeds belangrijker voor de jongere generatie.”
Dat leidt ook meteen tot het volgende vraagstuk. Jongeren leven steeds meer in een digitale wereld, dus hebben die flyers dan nog wel een toekomst? Van de Langenberg stelt dat het campagnevoeren verandert. “Er zijn andere middelen die steeds meer worden aangewend. Je ziet dat veel meer campagne online plaatsvindt”, zegt ze. “In apps als Facebook en Instagram komen steeds meer advertenties van partijen naar voren en daar wordt ook steeds meer gedeeld, wat het gesprek op gang brengt.”
Volgens Van de Langenberg vindt er een zichtbare wijziging plaats. Dat zie je ook als je naar de flyers en posters kijkt. “Die zijn gericht op consumeren: heel snel zien waar de partij voor staat.” Huidige posters bevatten vaak drie of vier woorden met het logo van de partij of het gezicht van de lijsttrekker. “Vroeger werd er veel meer tijd aan besteed. Mensen hadden meer tijd en keken om zich heen”, aldus Van de Langenberg.