Je komt er tegenwoordig bijna niet meer onderuit: afkortingen. Waar het ooit online begon met OMG, WTF en LOL, kent de jeugd nu ook LAWA, HDP en MDM*. Vooral op sociale media gebruiken we afkortingen om lange zinnen in te korten, of om een kort maar krachtig appje te sturen naar je fam*. Maar wordt het nu ook gebruikelijker om afko’s IRL* te gebruiken? En wat voor invloed heeft dit op de Nederlandse taal?
‘Hele zinnen maken? Schat dat is lett zó VT*! Ik versta alleen maar afko’s.’
Afkortingen verkorten hele woorden tot een simpel, duidelijke term, en dit doen we al eeuwenlang. Het gebruik van afkortingen kan dan ook beter worden omschreven als een ontwikkeling van de Nederlandse taal dan een vernieuwing van de Nederlandse taal. Dat zien we veel terug op sociale media.
Waarom korten wij af?
Zo lang als dat de mens kan schrijven wordt er al afgekort en die behoefte is ontstaan omdat dit simpelweg economisch en praktisch beter uitkomt. Het oudste voorbeeld dat we erbij kunnen halen dateert uit de middeleeuwen, waar er werd geschreven op papierachtig dierenhuid genaamd perkament. Dit was kostbaar en er moest dus bespaard worden.
”In krantenkoppen worden nooit hele zinnen gebruikt, alleen maar losse woorden die een onderwerp kort moeten samenvatten of betekenis moet geven’, vertelt Hans Bennis, gepensioneerd taalkundige en schrijver van het boek ‘Korterlands’. ”Er zit een economische reden achter, net als bij contactadvertenties in de krant waar mensen hun diensten aanbieden in afgekort Nederlands om kosten te besparen.’ Bennis legt uit dat de mens nog nooit zoveel heeft geschreven als dat we nu doen. ‘Vroeger kon lang niet iedereen formeel schrijven, nu is de mens bezig met zo snel mogelijk communiceren door middel van korte, duidelijke berichtjes.”
‘Wat mij fascineert is hoe taal zich ontwikkelt en hoe het blijft veranderen.’
De haarclip van Marie-Claire
Dat afkortingen al eeuwenlang bestaan neemt niet weg dat er voor de jongere generatie een moderner leven in is geblazen. Social-mediafenomeen de haarclip van Marie-Claire is daar maar al te bekend mee, het online platform is misschien wel de hoofdleverancier van de nieuwste afko’s.
Lot Mulder (21) is oprichter van de haarclip van Marie-Claire, een Instagrampagina die is ontstaan rond het begin van corona-tijd. ”Het begon eigenlijk als grap. Toentertijd was het een trend om een Instagrampagina aan te maken die een bepaald voorwerp linkte aan een type persoon, denk aan een handtasje of een scrunchie. Eén van mijn vrienden kwam zo’n pagina tegen en dacht dat het van mij was, wat niet zo was. Toen heb ik voor de lol ook maar een pagina gemaakt genaamd de haarclip van Marie-Claire, waar ik de eerste dag al tachtig posts op plaatste. Voor ik het wist had ik binnen een week meer dan duizend volgers.”
Het Afkowobo
Lot omschrijft haar publiek grotendeels als de randstedelijke, vrouwelijke student. Maar het liefst spreekt ze met haar content een veel groter publiek aan. Inspiratie haalt ze vooral uit haar eigen studentenleven en die van haar vriendinnen. ‘Soms krijg ik ook wel eens van volgers een grappige quote doorgestuurd.’ Dat is namelijk vooral waar Lot haar content over gaat: herkenbare, hilarische quotes.
In deze quotes maakt ze veel gebruik van afkortingen die bekend zijn in de studentenwereld, en afgelopen oktober bracht ze het Afkowobo, oftewel, afkortingenwoordenboek uit. Een boek met daarin de afkortingen die niet te missen zijn in je eigen woordenschat, bedoelt voor iedereen om te lachen en te leren. En niet alleen de jeugd is dol op het boek. ”Laatst vertelde ik bij een radiozender met een wat oudere doelgroep over het Afkowobo. Diezelfde middag stroomde de bestellingen binnen!”
‘Mijn favoriete afko is misschien wel de classic: Lawa & Kowa, omdat het hier allemaal mee was begonnen.’
Lange wandeling en korte wandeling. Deze afkortingen werden heel snel populair tijdens de eerste lockdown toen iedereen zijn of haar plezier moest halen uit een wandeling.
Taalverloedering of verrijking?
Nu dat afkorten online en op sociale media steeds gebruikelijker wordt, gaan mensen afkortingen ook uitspreken. Zo gebruiken bedrijven wel eens de term ‘vrijmibo’: vrijdagmiddagborrel. Of weten ze in restaurants wat je bestelt als je vraagt naar een ‘esma’: espresso martini. Ook Lot merkt in haar omgeving dat het steeds normaler is om afkortingen uit te spreken. ”Maar neem ook eens Sigrid Kaag als voorbeeld, die tijdens corona tijd ook woorden als ‘persco’ gebruikte. Je merkt dat mensen het onbewust toch overnemen, vrienden van elkaar, of ouders van hun kinderen. Het bespaard tijd en het is makkelijker. Sommige mensen zien het misschien als taalverloedering, maar ik zie het probleem er niet van in.”
Ook Hans Bennis ziet afkortingen niet als een negatieve invloed op de kwaliteit van de Nederlandse taal. ”Het is simpelweg een nieuwe vorm van taalgedrag. Je hebt een formele en een informele manier van schrijven en spreken en dat is gewoon hoe onze taal in elkaar zit. De verandering zit hem in dat mensen doorhebben dat je de schrijftaal ook kunt gebruiken op een informele manier. Waar vroeger iedereen de regels van de formele schrijftaal moest hanteren, kunnen mensen dat tegenwoordig ook op een informele manier doen, en als daar afkortingen bij komen kijken vind ik dat alleen maar een verrijking van de Nederlandse taal.”
*Lange wandeling, heerlie de peerlie, met de meiden
*Familie
*In real life
*Letterlijk, verleden tijd